In het Leuvenheimse landschap komen we overal beken tegen. Misschien is het woord beek iets te veel eer. De meeste zijn rechte watergangen met stromend water. Dat het water stroomt, is het gevolg van de flauwe helling in het landschap tussen de Veluwe en de IJssel. Water stroomt nu eenmaal van boven naar beneden. Het water in de beken komt deels uit de grond, deels direct uit de lucht. Het grondwater komt in de beek als kwelwater dat vele jaren geleden als regen in de Veluwse zandbodem is gesijpeld. Na een lange ondergrondse reis komt het bij ons weer aan de oppervlakte, bijvoorbeeld in de landgoedzone halverwege de Leuvenheimsestraat. Maar u heeft ook wel eens gezien dat een beek na een dag met veel regen ineens vol water kan staan. Drainage van landbouwpercelen en rabattenbossen zorgt dat het regenwater snel via de beek het gebied uitgaat, de IJssel in. Met ons huidige waterbeheer gaat water zo snel mogelijk het gebied uit. Dat gaat goed met beken die er uit zien als een kanaal: strakke en diepe goten door het landschap. Een nadeel: eenmaal het gebied uit ben je het water definitief kwijt, het stroomt niet terug de helling op. Dat is jammer als het kurkdroog is. Een ander nadeel van de huidige beken is dat bij weinig water de stroming stagneert. Hierdoor daalt de zuurstof in het water, waardoor vissen en andere waterdieren doodgaan. Tijdens de droogte in 2018 vielen beken zelfs over grote lengte droog. Vissen overleefden dat niet.
Lange tijd wogen de belangen van de landbouw zwaar in het beheer door het waterschap. Een droge bodem is prettig voor de boer die met een zware machine zijn land op wil. En bovendien: het gras gaat eerder groeien en dat betekent vaker maaien. Maar de vorige zomer liet zien dat in tijden van extreme droogte ook de boer flinke schade heeft: maandenlang werd er niet gemaaid. En door de verandering van het klimaat komt zulke extreme droogte steeds vaker voor. Tegelijk hebben we vaker extreme hoosbuien, met risico’s op wateroverlast. Ons watersysteem moet dus worden aangepast. Het Waterschap Vallei en Veluwe denkt daarom na over hoe je beken beter kunt inzetten om water vast te houden. Denk niet meteen aan meanderen, want in ons platte land hebben beken te weinig stroomsnelheid om van nature te slingeren. Slimmer is het beken ondieper te maken en tegelijk te verbreden. Het plaatje laat in doorsnede zien hoe dat eruit zou kunnen zien. Bij weinig water stroomt de beek in een smal en ondiep bed. Bij veel water stromen de brede oevers onder water, als in een uiterwaard. Daar bevinden zich ook diepere delen waar water blijft staan, als buffervoorraad in droge tijden. De bodem droogt minder uit. Op de brede oevers ontwikkelt zich een natuurlijke begroeiing, een bijdrage aan een landschap met meer biodiversiteit. Tegelijk wordt het landschap aantrekkelijker en gezonder voor wandelaars en bewoners. In droge tijden blijven er voor vissen en andere waterdieren plekken waar ze kunnen overleven. Prima plekjes ook voor een ijsvogel! Het aanpassen van onze beken aan klimaatverandering heeft dus allerlei voordelen. Het zou mooi zijn als boeren en waterschap in Brummen samenwerken om dit tot stand te brengen. Laten we dat zien als een (betaalde) dienst van de boer aan de maatschappij!
Uitgelicht
In de rubriek “Uitgelicht” vestigt Paul Opdam onze aandacht op bijzondere verschijnselen uit het rijke landschap in en rond Leuvenheim. Paul woont aan de Hoofdstraat en is van beroep landschapsecoloog. Tot aan zijn pensionering werkte hij als hoogleraar in Wageningen. Hij maakt deel uit van het Landschapsnetwerk Brummen. Meer weten over het Brummens landschap? Kijk op www.landschapsnetwerkbrummen.nl.
Dit artikel is gepubliceerd in de Van Schans tot Wildbaan van juli 2019. Kijk voor de gehele Schans, met al het nieuws uit Leuvenheim, op deze pagina.