Nee, deze Uitgelicht vertelt geen sprookjes. Dit gaat gewoon over stikstof. Over hoe je in ons landschap kan zien wat stikstof doet voor de biodiversiteit. Hoe zit dat? Net als mensen hebben planten voedingsstoffen nodig om te groeien. Stikstof en fosfaat bijvoorbeeld, maar ook mineralen. Zonder stikstof geen groei. Maar bij een toename van stikstof in de bodem gaat er van alles in de plantengroei veranderen. De snelle groeiers profiteren het meest. Grassen nemen het over van kruidachtige planten, en bij erg veel stikstof zijn er nog maar een paar turbo-soorten over, zoals Engels raaigras. Die soorten bevatten heel veel eiwit en dat is weer prettig voor de melkgift van de moderne melkkoe, en dus ook voor de jaarbalans van Campina. Maar niet prettig voor de biodiversiteit. Grasland op een stikstofrijke bodem is heel dicht. Er is bijna geen ruimte en geen licht voor andere soorten dan gras om te kiemen en te groeien. Graslanden die veel mest krijgen zijn daarom arm aan soorten: een paar per vierkante meter. Op voedselarme bodems zijn dat er tientallen.
Er verandert nog meer. Bij hoge stikstofgift verdwijnen bodemschimmels, en zonder die schimmels hebben planten het moeilijker om mineralen (kalium, calcium, magnesium) uit de bodem op te nemen. Ook daardoor verdwijnen kruidachtige planten uit bemeste graslanden. Trouwens, koeien die op soortenrijke graslanden grazen, nemen die mineralen op en hun melk en kaas bevatten daarom meer mineralen en omega3 vetzuren; daarom is kaas van kruidenrijke graslanden gezonder voor de mens.
In ons landschap kun je het verschil tussen stikstofrijke en stikstofarme graslanden nergens mooier zien dan aan de Broekdijk. Rijd je van Leuvenheim via de Spankerenseweg richting Laag-Soeren, naar de brug over het Apeldoorns kanaal, dan heb je rechts de Soerense Broek, een natuurgebied, en links intensief bemeste landbouwgrond. Rechts overheerst een bruine kleur, links is het grasland ook in de winter helder groen. Er is nog een verschil: een kruidenrijk grasland oogt afwisselend, een zwaar bemest grasland homogeen, als een biljartlaken. Dat komt omdat bij hoge bemesting de verschillen in de bodem niet meer in de begroeiing tot uiting komen.
Kijk ook eens vanaf de Metelerkampweg naar het zuiden, tussen de spoorlijn en de Hoofdstraat. Het voorste perceel wordt jaarlijks bemest (maar niet zo vaak dat er alleen nog maar gras groeit) en het is helder groen. De twee percelen erachter worden niet meer bemest, zien er afwisselend uit en krijgen een bruinere kleur. Let ook op de IJsseldijk, een mooi voorbeeld van een al lang niet meer bemest grasland. Je ziet er een rijkdom aan kruidachtige planten, zoals rode klaver, wilde peen, pastinaak, kleine berenklauw, kleine bevernel, knoopkruid, margriet en rolklaver. Nu zie je daarvan de bladeren en rozetten tussen het gras. Let in het voorjaar ook eens op de verschillen in insectenrijkdom. Want met de plantensoorten verdwijnen ook de bijen, vlinders en sprinkhanen, bijvoorbeeld omdat hun voedselplanten verdwijnen, of doordat het tussen het dichte gras te nat en te koud is voor insecten. Want hoe rijker aan voedingsstoffen, hoe armer aan soorten.
Dit bericht is geschreven door Paul Opdam voor de rubriek 'Uitgelicht' in de Van Schans tot Wildbaan, december 2019. In deze rubriek vestigt Paul Opdam onze aandacht op bijzondere verschijnselen uit het rijke landschap in en rond Leuvenheim. Paul woont aan de Hoofdstraat en is van beroep landschapsecoloog. Tot aan zijn pensionering werkte hij als hoogleraar in Wageningen. Hij maakt deel uit van het Landschapsnetwerk Brummen. Meer weten over het Brummens landschap? Kijk op www.landschapsnetwerkbrummen.nl.