De tweede week van mei was het tijd om het gras te gaan maaien voor het kuilen. Op vier van de percelen, gelegen tussen de Eerbeekseweg en de Leuvenheimsebeek, was er kans op aanwezigheid van reekalfjes. Reekalfjes vluchten namelijk niet voor het lawaai van trekker en machine, ze blijven doodstil liggen in het hoge gras, daar achtergelaten door de moeder, die ze dan ’s avonds weer opzoekt. De natuur heeft dit zo bedacht om je stil te houden voor eventuele predatoren.¹ De natuur heeft geen grote trekkers en maaiers bedacht, vandaar het gevaar dat reekalfjes nog al eens sneuvelen tijdens het maaien.
Een dronevlieger
In het verleden hebben we vaak de percelen van te voren afgezocht op reekalfjes. Dat kost veel tijd en moeite, maar geeft nog geen garantie dat je er eentje vindt, met alle gevolgen van dien. Als je dan later tijdens het schudden of harken een door buizerd of kraai aangevreten kadavertje vindt, dan gaat je dat door merg en been. Toen hebben wij, met belangstellende wildbeheerders, besloten om een dronevlieger uit te nodigen. ’s Morgens vroeg voor dag en dauw werden de percelen afgezocht. Als alles nog koel is, is het sporen naar een warmtebron, als reekalf of haas, het makkelijkst.
In de bosrand
Niet alle reekalveren waren al geboren. We zagen op die vroege ochtend namelijk ook nog reegeiten die hoogzwanger waren. Maar op het laatste perceel is toch nog een reekalfje gevonden, die we veilig in de bosrand hebben neergelegd. Het is al met al niet voor niets geweest en komt dus zeker voor herhaling in aanmerking.
¹ Predatoren zijn dieren die zich voeden met andere dieren. De bekendste voorbeelden zijn roofdieren en vogels. Maar ook een libel die vliegjes vangt...
Harrie van der Velde
Dit artikel is gepubliceerd in de Van Schans tot Wildbaan van juni 2020. Kijk voor de gehele Schans, met al het nieuws uit Leuvenheim, op deze pagina.